Praten met uw huisarts

Praten met de dokter houdt in: vertellen wat uw klacht of probleem is, vragen beantwoorden en vragen stellen, duidelijk maken wat uw vraag is en welke hulp u verwacht. Deze folder helpt u het gesprek met uw huisarts voor te bereiden, zodat u het maximale rendement uit een consult haalt.

Het maken van een afspraak

(waar komt u voor?)

Bij het maken van de afspraak vraagt de assistente waar u voor komt. Aan de hand van de hulpvraag reserveert ze voor u een bepaalde tijd. De gebruikelijke consultduur is 10 minuten. Heeft u meer tijd nodig, bv. voor een gesprek, dan kunt u de assis­tente vragen om een dubbel consult. Als de drukte het toelaat kan ze 20 minuten voor u reserveren.

Het kan ook voorkomen, dat de assistente de hulpvraag zelf afhandelt, bv. met een telefonisch advies, uw oren uitspuit of wratten behandelt.

Het consult

(wat is uw vraag?)

Uw huisarts weet dus het onderwerp van het consult en kan zich er zo op voorbereiden. Bedenk van tevoren wat u er over kunt vertellen: Waar heeft u precies last van? Hoe lang geleden is het begonnen? Wanneer heeft u er last van? Waardoor wordt het erger of juist minder? Wat heeft u er zelf al aan gedaan? Is er iets anders wat er misschien mee te maken heeft? Wat denkt u zelf dat er aan de hand is. En – heel belangrijk – wat is uw vraag er over? Misschien komt u met uitgesproken wensen naar het spreekuur. Wilt u bijvoorbeeld medicijnen of een verwijzing? Wilt u zeker weten dat er niets ernstigs aan de hand is? Of heeft u er juist behoefte aan dat de huisarts naar u luistert?

Soms blijkt de hulpvraag te omvangrijk voor een consult van 10 minuten of u blijkt toch een tweede of zelfs nog meer vragen te hebben. Uw huisarts zal u dan voor een vervolgconsult vragen terug te komen. Overleg dat met uw huisarts. Immers, een vraag die u met de deurknop in de hand gauw nog even stelt, krijgt natuurlijk niet de juiste aandacht. Dit is vervelend voor u én voor de huisarts en leidt gemakkelijk tot fouten.

Na afloop

(is uw vraag voldoende beantwoord?)

Als u niet de hulp kreeg die u verwachtte, praat daar dan over met uw huisarts. U kunt van uw huisarts deskundigheid verwachten over de aard van het ziektebeeld, het te verwachten beloop, de noodzakelijke behandeling, de wenselijkheid van aanvullend onderzoek en het al dan niet in moeten schakelen van specialistische hulp. Overleg wanneer u terug kunt of moet komen als uw klacht niet vanzelf overgaat. Het beloop in de tijd is mede van belang voor het stellen van de juiste diagnose. Het is belangrijk tijdig een niet geheel goede inschatting te corrigeren. Daarvoor is wederzijds vertrouwen en een open communicatie nodig. Maar houd er ook rekening mee dat niet alles altijd oplosbaar is.

Lees meer in de folder praten met uw huisarts